Bij het opleggen en bekend maken van een definitieve belastingaanslag, zoals voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting, heeft de inspecteur van de Belastingdienst zich aan diverse regels te houden. Een belangrijke regel is dat de bevoegdheid tot het vaststellen van een definitieve belastingaanslag vervalt door verloop van drie jaren na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan. Deze verjaringstermijn wordt verlengd met de termijn waarmee uitstel is verleend voor het doen van aangifte. Uitstel wordt bijvoorbeeld veelal verleend wanneer een belastingadviseur of boekhouder betrokken is.
Een definitieve belastingaanslag moet dan ook tijdig worden opgelegd.
Een belastingaanslag wordt beschouwd als niet binnen de daarvoor geldende termijn te zijn vastgesteld als het aanslagbiljet weliswaar voor het verstrijken van die termijn is gedagtekend, maar de aanslag niet binnen die termijn op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt. De gedachte daarachter is dat als in dat geval aan de dagtekening zou worden vastgehouden tekort zou worden gedaan aan de waarborg aan belastingplichtigen dat zij binnen een redelijke termijn hun belastingafrekening ontvangen. Dit dient derhalve de rechtszekerheid en de rechtsbescherming van belastingplichtigen.
Een recente uitspraak van de rechtbank Noord Holland (uitspraak van 23 maart 2023, AWB 21/4509, ECLI:NL:RBNHO:2023:2965) benadrukt het belang van een correcte wijze van bekendmaking van een belastingaanslag aan (in dit geval) een ontbonden lichaam (meer in het bijzonder een ontbonden belastingplichtige vereniging). Bij een ontbonden lichaam schrijft de wet een bepaalde wijze voor het bekendmaken van aanslagen voor. Ook hier is de reden dat de rechtszekerheid en de rechtsbescherming van belanghebbenden worden gediend. In deze zaak stelt de rechtbank vast dat de inspecteur het aanslagbiljet niet heeft verzonden op de voorgeschreven alternatieve wijze voor ontbonden lichamen.
In deze zaak leidt dit uiteindelijk, omdat de termijn inmiddels was verstreken, tot de vernietiging van de belastingaanslag!
Deze zaak leert dat de inspecteur van de Belastingdienst aandacht moet besteden aan het correct en tijdig opleggen van een aanslag aan een ontbonden lichaam, anders kan de aanslag worden vernietigd door de belastingrechter. Ook laat deze zaak zien dat de belastingplichtige mogelijk een aanslag kan betwisten als deze niet op de juiste wijze en/of tijdig is bekendgemaakt.