Skip to main content
Algemeen

Kwijtschelding rentevordering op certificaathouder gecorrigeerd

By 16 oktober 2019No Comments

Een algemene regel luidt dat een zakelijke kwijtschelding van een vordering op de aandeelhouder of certificaathouder niet als uitdeling wordt aangemerkt. De prijsgegeven vordering moet dan overigens niet meer voor verwezenlijking vatbaar zijn en de vordering moet dus ook niet om aandeelhoudersmotieven zijn prijsgegeven. Als dat wel zo is dan kan de conclusie mogelijk getrokken worden dat de kwijtschelding gestoeld is op aandeelhoudersmotieven en wel als uitdeling wordt aangemerkt die niet ten laste van de winst kan worden gebracht.

Op 18 september 2019 heeft het gerechtshof Den Haag arrest gewezen in een zaak over de zakelijkheid van een kwijtschelding. Het gerechtshof was van mening dat de kwijtschelding van een rentevordering op een forse rekening courant schuld van de certificaathouder op de belastingplichtige onzakelijk was. De rechtbank Den Haag oordeelde eerder anders. De rechtbank meende immers dat de kwijtschelding wel zakelijk was. In deze redactioneel ga ik in op het arrest van het gerechtshof.

In een op fiscaaltotaal.nl gepubliceerde redactioneel ga ik nader in op dit arrest.

Belang voor de praktijk
Dit arrest herinnert ons er aan dat de beoordeling van de zakelijkheid van een kwijtschelding zeer feitelijk van aard is. Dit blijkt alleen al uit het feit dat de rechtbank en het gerechtshof in deze zaak de feiten anders interpreteren en verschillend over de zakelijkheid van een kwijtschelding oordelen. Dit laat niet alleen zien dat het feitencomplex bepalend is voor de beoordeling van een rechtsvraag maar dat het ook van belang is om de feiten bij de rechter op een juiste en overtuigende wijze over het voetlicht te brengen.