De rechtspraak heeft het de afgelopen tijd nogal druk gehad met de fiscale beoordeling van financieringen tussen gelieerde partijen. Veelal draait deze beoordeling om de vraag of een lening gelet op de feiten en omstandigheden niet als een onzakelijke lening zou moeten worden aangemerkt. Immers, als sprake is van een onzakelijke lening dan is het uitgangspunt dat afwaarderingen niet aftrekbaar zijn van de winst. Op 16 november 2018 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een procedure waarin de vraag behandeld werd of sprake was van een onzakelijke lening. In deze uitspraak weegt de Rechtbank enkele argumenten voor en tegen het aannemen van een onzakelijke lening en of bepaalde aangevoerde omstandigheden kunnen worden aangemerkt als bijzondere omstandigheden ECLI:NL:RBGEL:2018:4962
Belang voor de praktijk
Een boodschap die uit deze uitspraak kan worden afgeleid is dat het van belang is om goed te blijven monitoren of de bij een financiering bedongen zekerheid gelet op de feiten en omstandigheden van voldoende kwaliteit is. Hierbij zijn verschillende factoren van belang en niet in de minste plaats de bezittingen en verdiencapaciteit van de schuldenaar maar ook aan anderen verstrekte zekerheden. Is de kwaliteit van de door de schuldeiser bedongen zekerheid onvoldoende dan kan dit leiden tot de conclusie dat sprake is van een onzakelijke lening.
Meer weten: https://professional.fiscaaltotaal.nl/Content/Pages/ViewNieuws.aspx?id=c71c4c90-601e-46ed-ac67-0978c51924c3