Op 21 december 2018 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een cassatieprocedure naar aanleiding van een woonplaatsgeschil tussen de Inspecteur en een belastingplichtige (ECLI:NL:HR:2018:2420). Het woonplaatsgeschil spitste zich toe op de belastingjaren 2010 tot en met 2013. Met het oordeel van de Hoge Raad bleef het arrest van Hof Den Haag in stand (ECLI:NL:GHDHA:2018:1780). Het Hof vond al eerder dat op basis van de vastgestelde feiten en omstandigheden de conclusie moest zijn dat belastingplichtige fiscaal inwoner was van Nederland.
Moraal: Woonplaatsgeschillen creëren veel onzekerheid en leiden potentieel tot meervoudige belastingheffing. Belastingplichtigen zullen dan ook bij de keuze om internationaal actief te zijn zich vooraf ook bewust moeten zijn van de mogelijke fiscale consequenties.
Lees meer op: Fiscaal Totaal