Skip to main content
BlogRedactioneel

Earn out regeling van artikel 13 lid 6 Vpb niet van toepassing op valutawinst!

By 4 december 2023maart 11th, 2024No Comments

Artikel 13 lid 6 Vpb behandelt de fiscale aspecten van earn-outregelingen en prijsaanpassingsregelingen, die vaak worden overeengekomen tussen kopers en verkopers van deelnemingen. De uitdaging in dergelijke transacties komt voort uit het feit dat het vaak moeilijk is om het eens te worden over de waarde van een deelneming. De discussie tussen koper en verkoper concentreert zich vaak op de verwachte winstontwikkeling van de deelneming in de toekomst. Een earn-outregeling kan dan een oplossing bieden, waarbij koper en verkoper overeenkomen dat de prijs deels bestaat uit het recht op toekomstige uitkeringen, afhankelijk van bijvoorbeeld toekomstige winst of omzet.

In een recent arrest van de Hoge Raad (Hoge Raad 17 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1579) wordt de earn-out regeling behandeld. Deze redactionele focus ligt op de overwegingen met betrekking tot de earn-out regeling.

De zaak

In deze zaak deed de belastingplichtige, X BV, haar vennootschapsbelastingaangifte in Amerikaanse dollars. X BV verwierf op 24 januari 2014 voor 24,5 miljoen Maleisische ringgit de aandelen van A BV. Een juridische fusie vond plaats op 25 januari 2014, waarbij X BV als verkrijgende vennootschap optrad. X BV betaalde de openstaande koopprijs eind 2015 en behaalde daarbij een valutawinst van 1,3 miljoen Amerikaanse dollars. X BV stelde dat de winst onder de deelnemingsvrijstelling van artikel 13 lid 6 Vpb viel.

In beroep oordeelde de rechtbank echter dat deze valutawinst niet onder de deelnemingsvrijstelling viel. Volgens de rechtbank was artikel 13 lid 6 Vpb specifiek bedoeld voor situaties waarin een deelneming werd gekocht of verkocht als onderdeel van een ‘earn-out’-regeling.

Cassatie

De Hoge Raad verwijst naar zijn eerdere arrest van 29 juni 2018 (nummer 17/03220) voor de strekking en ratio van de earn-out-regeling. De earn-out-regeling dient discussies over de toepassing van de deelnemingsvrijstelling te voorkomen, tenzij koper en verkoper uitgaan van een verschillende schatting van de waarde van het als tegenprestatie verkregen recht. De Hoge Raad concludeert dat de earn-out-regeling niet van toepassing is wanneer een deelneming wordt verkregen tegen een vaste prijs, al dan niet in termijnen. De hoogte van de tegenprestatie staat dan immers al vast. Dit geldt ook als de (ver)koopprijs in een andere valuta is overeengekomen dan waarin de belastingplichtige zijn belastbare bedrag berekent en (een deel van) de koopprijs later al dan niet in termijnen wordt betaald. In dat geval is er sprake van een niet afgedekt valutarisico op een aankoopschuld of verkoopvordering ter zake van een deelneming die de deelnemingssfeer heeft verlaten. De Hoge Raad stelt dat de tekst van artikel 13 lid 6 Vpb deze uitleg toestaat.

In het kort: het cassatieberoep is ongegrond.

Nog steeds vragen in de praktijk?

De earn-out-regeling is niet van toepassing wanneer een deelneming tegen een vaste prijs wordt verworven, ongeacht of deze prijs al dan niet in termijnen wordt betaald. Het feit dat de koopprijs in een andere valuta is overeengekomen, maakt ook geen verschil.

Hoewel de Hoge Raad oordeelt dat deze conclusie in lijn is met de tekst van artikel 13 lid 6 Vpb, kan er gezien de ruime formulering anders over worden gedacht. Voorlopig heeft de Hoge Raad echter het laatste woord in deze kwestie.

Leave a Reply