Skip to main content
Geen categorie

De kleine Vpb ondernemer in het nauw gedreven!

By 2 oktober 2022februari 12th, 2023No Comments

Veel vennootschapsbelastingplichtige ondernemers zullen vast en zeker niet zo blij zijn met de voorstellen voor het belastingplan 2023 die het kabinet op dinsdag 20 september 2022 bekend heeft gemaakt. Het kabinet moet de nodige investeringen doen onder meer om de koopkracht van grote groepen burgers te herstellen en heeft daar veel geld voor nodig. Dat geld lijkt voor een groot deel gezocht te worden bij de vennootschapsbelastingplichtige ondernemers.

Het lijkt positief dat het kabinet het voorstel doet om de tarieven in de inkomstenbelasting per 1 januari 2023 verder te verlagen naar 36,93% en de eerste schijf in box 1 loopt tot € 73.071,- te verhogen. Met ingang van 2025 gaat het inkomen uit box 2 en 3 echter meetellen voor de afbouw van de algemene heffingskorting.  Dga’s die een laag inkomen in box 1 hebben, zullen naar verwachting toch meer belasting betalen. Niet zozeer alleen vanwege de aanpassingen van de algemene heffingskorting (die wat later ingaat) maar ook omdat de schijven en tarieven voor de vennootschapsbelasting vanaf 1 januari 2023 verder worden gewijzigd en ook een aantal andere regels met betrekking tot bijvoorbeeld het gebruikelijk loon zal worden aangepast.

Zo loopt de laagste schijf nu nog tot € 395.000,- maar zal deze verlaagd worden naar € 200.000,-. Het tarief van 15% dat geldt voor de laagste schijf wordt verhoogd naar 19%. Voor het meerdere zal het tarief ook worden verhoogd naar 25,8%. Daar komt bij dat de dga een hoger gebruikelijk loon zal moeten rekenen nu wordt voorgesteld om de doelmatigheidsmarge te schrappen.

Voor de dga houdt het daar niet bij op. Ook in box 2 verandert immers het een en ander. Zo wordt voorgesteld om per 2024 een progressief tarief in box 2 te hanteren waarbij voor een inkomen tot 67.000 euro een tarief van 24,5% zal gelden en 31 % voor het inkomen daarboven.

Dan is er ook nog de wet Excessief lenen bij de eigen vennootschap die inmiddels is aangenomen. Op grond van die wet zullen dga’s mogelijk sneller tegen een heffing in box 2 aanlopen over leningen van de eigen vennootschap.

Tegelijkertijd zijn de ontwikkelingen in box 3 en de overdrachtsbelasting (die mogelijk naar 10,4% gaat) ook elementen die van belang kunnen zijn bij te nemen beslissingen. Moet het vastgoed bijvoorbeeld toch niet in de eigen vennootschap?

Kortom nogal wat wijzigingen voor de ondernemer in de vennootschapsbelasting.

Dan zou je zeggen: “dan ga ik als ondernemer terug uit de BV naar ondernemen als IB-ondernemer?” Dat lijkt op het eerste gezicht aantrekkelijk. In de inkomstenbelasting wordt echter ook het een ander aangepast en het is maar de vraag of de ondernemer in de inkomstenbelasting er vanuit een fiscaal en niet-fiscaal oogpunt veel op vooruit gaat. Op basis van de nieuwe voorstellen wordt vanaf 1 januari 2023 de zelfstandigenaftrek namelijk nog sneller afgebouwd. Aan de andere kant wordt een verhoging van de arbeidskorting voorgesteld.

Belang voor de praktijk

Voor de ondernemer in de vennootschapsbelasting verandert er nogal wat en wordt het over het algemeen fiscaal minder aangenaam om in de vennootschapsbelasting te ondernemen. Het is dan ook geen verkeerd idee voor de ondernemer in de vennootschapsbelasting en zijn of haar adviseur om de komende maanden met elkaar om de tafel te zitten of het nodig is om de bestaande structuur en afspraken aan te passen dan wel bepaalde transacties en/ of uitkeringen uit te voeren. Zo kan het mogelijk lonen om een bestaande fiscale eenheid te verbreken, geplande uitkeringen te vervroegen en/ of andere stappen versneld te nemen.

Reeds gepubliceerd in het Belastingmagazine, 22 september 2022

Leave a Reply