Skip to main content
Algemeen

Rechtbank: geen vaste inrichting in Marokko dus geen voorkoming van dubbele belasting

By 22 mei 2020No Comments

Vandaag is op fiscaaltotaal.nl een redactioneel verschenen van mijn hand. Met dit redactioneel (met andere woorden: met mijn commentaar) ga ik in op een recente uitspraak naar aanleiding van een geschil tussen een belastingplichtige ondernemer en de Belastingdienst over het recht op een vrijstelling in het verdrag tussen Nederland en Marokko. Nu er niet veel rechtspraak is over het belastingverdrag tussen Nederland en Marokko en we het vooral moeten doen met het verdrag en de schaarse literatuur die beschikbaar is, helpt het als er weer eens een uitspraak over dit verdrag verschijnt. Vooral als het gaat om een onderwerp in het verdrag die in relatie tot Marokko naar mijn ervaring nog minder vaak voorkomt.

De uitspraak betreft een uitspraak die de rechtbank Haarlem op 24 april 2020 heeft gedaan (ECLI:NL:RBNHO:2020:2821). In het kort oordeelde de rechtbank dat de belastingplichtige fiscaal inwoner is van Nederland en dat deze met zijn onderneming (voor zover deze zagen op zijn advieswerkzaamheden) geen ondernemingsactiviteiten in Marokko verrichtte althans daar geen vaste inrichting of vast middelpunt had. Nu er geen vaste inrichting of vast middelpunt in Marokko lag konden er ook geen inkomsten aan Marokko worden toegerekend. Belastingplichtige kon dan ook geen aanspraak maken op voorkoming van dubbele belasting (of met andere woorden geen vrijstelling claimen).

In mijn redactioneel constateer ik dat de rechtbank wel erg eenvoudig tot het oordeel komt dat belastingplichtige fiscaal inwoner is van Nederland en er geen vaste inrichting of vast middelpunt in Marokko was. Helaas, is de hoeveelheid informatie in de uitspraak te beperkt om daar uitgebreid op in te gaan. Wat deze uitspraak overigens ook leert is dat bepaalde vaststellingen in een rapport naar aanleiding van een boekenonderzoek en opmerkingen die door een belastingadviseur van de belastingplichtige worden gemaakt in het nadeel van belastingplichtige kunnen meespelen. Het blijft dan ook bij vraagstukken zoals in deze casus van belang dat ook tijdens het boekenonderzoek er goed op gelet moet worden dat bepaalde vaststellingen die gemaakt worden ook goed beschreven worden in het rapport naar aanleiding van dat boekenonderzoek.