De ‘ongebreidelde’ informatiezucht en macht van de Belastingdienst?
Belastingplichtigen zijn indien de inspecteur dat vraagt verplicht om antwoord te geven op zijn/haar verzoeken om informatie over feiten (dus geen meningen e.d.), boeken en bescheiden te geven indien dit van belang is voor het vaststellen van de belastingplicht (artikel 47 AWR). Een in Nederland woonachtige individu die wordt gevraagd over een mogelijk in het buitenland aangehouden spaarrekening of overige goederen is dan ook verplicht om te antwoorden op feitelijke vragen die voldoen aan voormeld artikel. Doet deze individu dat niet dan kan de inspecteur met verschillende sancties dreigen: zoals de omkering en verzwaring van de bewijslast (de individu moet dan zelf met bewijs komen dat hij of zij een bepaald inkomen of vermogen niet heeft), boetes, strafrechtelijke vervolging maar ook civiel rechtelijke stappen zoals het opleggen van een dwangsom voor iedere dag dat niet meegewerkt wordt. In de praktijk kunnen vooral de civielrechtelijke dwangsommen flink pijn doen. Vooral als deze snel oplopen tot in de tien of honderdduizenden euro’s zonder dat een maximum in zicht komt. Dat kan voor de belastingplichtige als een straf voelen.
In de praktijk worden over deze (eventueel niet gemaximeerde) dwangsommen om de belastingplichtige te bewegen alsnog te voldoen aan zijn informatieverplichtingen regelmatig procedures gevoerd. De vraag die dan wordt gesteld is of de belastingplichtige beschermd wordt door de waarborgen van bijvoorbeeld artikel 6 EVRM (fair trial). Om tot een antwoord te kunnen komen of deze inderdaad waarborgen gelden is het relevant of de opgelegde (eventuele ongelimiteerde) dwangsommen een prikkeling tot nakoming vormen of juist een punitieve sanctie.
Recentelijk heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het opleggen van niet gemaximeerde dwangsommen die iedere dag oplopen geen schending van artikel 6 EVRM vormt. Immers, de belastingplichtige in die zaak kon de rechters niet voldoende overtuigen dat de belastingplichtige niet aan zijn informatieverplichtingen (antwoorden van feitelijke vragen van de belastinginspecteur) kon voldoen. Verder werd rekening gehouden met het feit dat er alsnog via de civiele rechter verzocht kan worden om de dwangsommen te stoppen etc. In dit geval kon de inspecteur dus gewoon doorgaan met het opleggen van dwangsommen totdat de belastingplichtige meewerkt.
Heb je ook een of meer informatie verzoeken van de Belastingdienst ontvangen? Laat je goed informeren over de vraag of je verplicht bent mee te werken en hoe ver die verplichtingen reiken! Laat je ook goed informeren over de mogelijke consequenties en waarborgen als de Belastingdienst zwaardere sancties inzet waaronder de omkering en verzwaring van bewijslast, boetes, dwangsommen, etc….