Skip to main content
Algemeen

Niet voldoen aan fiscale inlichtingenplicht? Het strafrecht ligt op de loer!

By 12 april 2018No Comments

Het zal voor velen niet direct voorstelbaar zijn maar het is toch mogelijk. In bepaalde gevallen kan het niet voldoen aan de informatiebehoeften van de belastinginspecteur leiden tot strafvervolging. Het gaat onder meer om de volgende verzuimen terzake de inlichtingenplicht aan de belastinginspecteur die tot strafvervolging kunnen leiden:

  • Het niet, onjuist of onvolledig verstrekken van inlichtingen, gegevens of aanwijzingen voor de toepassing van de belastingwetgeving kan leiden tot strafvervolging (artikel 68 lid 1 sub a AWR).
  • Het niet voor raadpleging beschikbaar stellen van gegevensdragers (aan de belastinginspecteur) kan leiden tot strafvervolging (artikel 68 lid 1 sub b AWR).
  • Het voor raadpleging aan de belastinginspecteur beschikbaar stellen van gegevensdragers in valse of vervalste vorm kan leiden tot strafvervolging (artikel 68 lid 1 sub c AWR).

De potentiële straffen die opgelegd kunnen worden zijn niet mis. Vandaar dat het goed is om daar even bij stil te staan.

Om tot een juiste belastingheffing te komen heeft de belastinginspecteur informatie nodig. De belastinginspecteur heeft daarvoor verschillende instrumenten (in beginsel bestuursrechtelijk maar ook civiel juridische instrumenten). Voormelde strafbepalingen vormen een additioneel handhavingsinstrument zodat een juiste uitvoering van de belastingwet kan worden gewaarborgd.

Voormelde strafbepalingen terzake informatieverzuimen komen echter normaliter alleen in beeld indien er op grond van de belastingwet ook daadwerkelijk een verplichting bestaat om de informatie te verstrekken. Hierbij zijn onder meer de wettelijke informatieverplichtingen van belang die in het bijzonder in artikel 47 AWR en artikel 49 AWR zijn opgenomen. Deze bepalingen bevatten regels op grond waarvan kan worden bepaald of, hoe en wanneer een belastingplichtige of een derde verplicht is gegevens en inlichtingen aan de belastinginspecteur te verstrekken. De belastinginspecteur heeft daarbij ruime bevoegdheden maar mag niet alles en de belastingplichtige en/ of derde hoeft niet in alle gevallen inlichtingen te verstrekken. Zo moeten onder meer de door de belastinginspecteur gevraagde inlichtingen voor de belastingheffing van belang kunnen zijn. In beginsel is het ook zo dat de belastinginspecteur eerst om de benodigde inlichtingen moet vragen. Als het bij de inlichtingenplicht gaat om onjuiste informatie dan komt strafvervolging normaliter pas in beeld als deze aan de belastinginspecteur wordt verstrekt. Daarnaast bestaan er ook waarborgen waar de belastinginspecteur met zijn of haar ruime bevoegdheden aan moet houden. Zo moet de belastinginspecteur onder meer rekening houden met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en rechten die belastingplichtigen of de betreffende derden mogelijk kunnen ontlenen aan bijvoorbeeld het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Duidelijk is dat de afgelopen jaren zich diverse ontwikkelingen hebben voorgedaan als gevolg waarvan (wellicht niet onbegrijpelijk) de belastinginspecteur zich vaak wat assertiever (of zo je wil agressiever) naar belastingplichtigen en derden opstelt met betrekking tot inlichtingenverplichtingen. Het lijkt er ook steeds meer op, althans het is te verwachten, dat in gevallen waar tussen de bestuursrechtelijke handhaving en de strafrechtelijke handhaving van informatieverplichtingen gekozen kan worden vaker voor de strafrechtelijke route zal worden gekozen. Dit lijkt vooral het geval te zijn als de belastinginspecteur de indruk heeft (en dat kan in de praktijk best snel zijn) dat gebruik wordt gemaakt van constructies met buitenlandse vennootschappen en/of buitenlandse vermogens. De daaruit volgende onderzoeken kunnen een flinke indruk achter laten en diverse partijen (waaronder de boekhouder in prive kunnen raken) getuige het volgende bericht op de website van de FIOD (Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst).

Uit dit bericht van 22 maart 2018 volgt dat de FIOD onlangs drie panden heeft doorzocht in een strafrechtelijk onderzoek naar een vennootschap en haar directeur. Deze vennootschap en de directeur worden door de FIOD verdacht van het niet hebben voldaan aan hun inlichtingenverplichting aan de Belastingdienst. Het onderzoek strekt zich tot een internationale constructie waarbij er mogelijk vermogen in het buitenland wordt gehouden. De Belastingdienst heeft de vennootschap en haar directeur om gegevens en inlichtingen gevraagd. De FIOD verdenkt dat zij niet voldoende gegevens en inlichtingen hebben verstrekt. Daarnaast worden de vennootschap en haar directeur ervan verdacht onjuiste inlichtingen te hebben verstrekt. De FIOD heeft niet alleen de vennootschap en de woning van haar directeur doorzocht, maar óók de woning van de boekhouder.

Win dus goed advies in over uw rechten en plichten bij informatieverzoeken zodat u voorbereid bent bij een eventueel inlichtingenverzoek, een (nader) onderzoek dan wel strafvervolging.