Zeer recent heeft de Rechtbank Gelderland een interessante uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen een ZZP’er en de Belastingdienst. De ZZP’er was als interim manager actief maar kon o.a. door een ernstige ziekte van zijn echtgenote een beperkt aantal opdrachten doen. De Belastingdienst vond dat de ZZP’er geen IB-ondernemer was (als IB-ondernemer heb je normaliter toegang tot bepaalde fiscale faciliteiten die je niet hebt als niet-IB-ondernemer) vanwege het beperkt aantal opdrachten en het feit dat de opdrachtgevers financieel gezond waren.
De ZZP’er ging in beroep bij de Rechtbank Gelderland en was succesvol in zijn standpunt dat hij wel degelijk als IB-ondernemer moest worden aangemerkt. De Rechtbank vond dat de ZZP’er toch een IB-ondernemer moest worden aangemerkt omdat (i) de contracten tussentijds op te zeggen waren, (ii) de ZZP’er de verplichting had om een arbeidsongeschiktheids- en wettelijke aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten, (iii) de ZZP’er bij ziekte en vakantie geen inkomsten genoot en (iii) de ZZP’er de gewerkte uren niet zonder meer en zeker uitbetaald zou krijgen… https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument…